Zegen zijn voor betekenis
Wie over ‘zegen’ en ‘zegeningen’ spreekt, bedoelt daarmee meestal iets positiefs. Dat kan heel algemeen zijn, als er bijvoorbeeld over de zegeningen van de medische wetenschap voor onze maatschappij wordt gesproken. Vooruitgang, welvaart en gunstige ontwikkelingen worden als een zegen bestempeld. Kenmerken van de zegen zijn onder meer: veel nakomelingen voor mens en veestapel, rijke oogsten, afwezigheid van ziekte, overwinning op vijanden en nationale groei en voorspoed (Deuteronomium 28). De primaire betekenis van het Griekse woord voor zegenen eulogein betekent dankzegging.
Een zegen betekenen Nergens is ‘zegen’ een soort onpersoonlijke magische kracht, die los van een persoonlijke band met God ontvangen kan worden. Mensen kunnen dan ook nooit over de zegen beschikken. In Genesis 3 2 wordt duidelijk dat het ontvangen van de zegen van God niet vanzelfsprekend is.
Religieuze betekenis zegen Wat is een zegen volgens de Bijbel? Een zegen, in Bijbelse termen, wordt vaak omschreven als een gave van God aan de mens. Het Hebreeuwse woord voor zegen is “barak”, wat ook ‘knielen’ of ‘aanbidden’ betekent. Het impliceert dat de zegen van God voortkomt uit een relatie van eerbied en toewijding.
- Zegen zijn voor betekenis Je ziet hier dat zegen een uitdrukking is van Gods gunst en van Zijn intentie om Zijn goede doelen voor mensen te verwerkelijken. Er zijn ook sterke ondertonen van geluk, gezondheid en voorspoed. Gehoorzamen betekent gezegend worden. Je ziet dit in een andere beroemd gedeelte over zegen, Deuteronomium Hier geeft God de natie Israël een keuze.
Zegenrijk synoniem
Woorden die (ongeveer) hetzelfde betekenen als ‘zegenrijk’, met toelichting en mogelijkheden om verder te zoeken. gen·rijk Verbuigingen: zegenrijker Verbuigingen: zegenrijkst voorspoed veroorzakend.. Synoniemen: gelukkig heilzaam 1 definitie.Zegenrijk synoniem zegenrijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. voorspoed veroorzakend. Woordherkomst samenstelling van zegen en rijk Synoniemen fortuinlijk, gelukkig, voorspoedig, welvarend. bn. (rijk aan zegening): een zegenrijk gevolg, een zegenrijke arbeid, een zegenrijk jaar, gelukkig, voorspoedig; de zegenrijkste gevolgen. bn. en bw. (-er, -st) 1. rijk aan zegening. 2.